Mvv-nareisaanvraag, feitelijke gezinsband, evenredigheidsbeginsel, artikel 4:84 Awb
Volgens eiseressen zou de afwijzing van de mvv-aanvragen leiden tot onevenredige gevolgen in verhouding tot de daarmee te dienen doelen. Zo is het zelfstandig bestaan in Turkije moeilijk en gevaarlijk, omdat de overheid druk uitoefent op Gülenisten. Eiseressen kunnen hierdoor niet werken. Ter onderbouwing verwijzen eiseressen naar het algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken inzake Turkije van maart 2022. Daarnaast dient de eenheid van het gezin gerespecteerd te worden volgens eiseressen.
Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 202212 en artikel 4:84 van de Awb dient verweerder een afgewogen en deugdelijke motivering te geven over de vraag welke gevolgen het bestreden besluit heeft voor eiseressen en of deze gevolgen evenredig zijn in verhouding tot het doel van de beleidsregel. Hierbij dient verweerder onderscheid te maken tussen de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van het bestreden besluit. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende de belangen en omstandigheden van eiseressen, zoals genoemd in rechtsoverweging 9 en 11, heeft betrokken bij de besluitvorming. Verweerder heeft dan ook ondeugdelijk gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet in de door eiseressen aangevoerde omstandigheden om van het toegepaste beleid af te wijken, al dan niet met analoge toepassing van de in overweging 10 genoemde beleidsregel over buitenshuis wonende kinderen die een volledige dagopleiding volgen.
Hoorplicht in bezwaar
13. Van horen in bezwaar kan met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb worden afgezien, indien het bezwaar kennelijk ongegrond is. Van een kennelijk ongegrond bezwaar kan slechts sprake zijn wanneer uit een bezwaarschrift volgt dat de bezwaren ongegrond zijn en redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is over die conclusie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat op voorhand redelijkerwijs geen twijfel bestond, omdat eiseressen wijzen op omstandigheden die blijk geven dat verweerder kennelijk wel ruimte heeft om onder bepaalde omstandigheden een mvv te verlenen wanneer sprake is van een situatie van uithuiswoning ten tijde van de studie. Verweerder had eiseressen daarom voor het nemen van het bestreden besluit in de gelegenheid moeten stellen om te worden gehoord. Nu verweerder dat heeft nagelaten, is het bestreden besluit in strijd met artikel 7:2, eerste lid, van de Awb tot stand gekomen.